Chateau del Ranq
Chateau del Ranq ligt in Claret, in het noordelijkste puntje van de Pic Saint-Loup, tegen de uitlopers van de Cevennen. Hier maken Laure Barthélémy en Sébastien Freychet wijnen met een hart voor de natuur. Ze werken biodynamisch, laten elk perceel zijn eigen karakter spreken en krijgen dankzij het iets koelere klimaat verrassend frisse wijnen voor deze zuidelijke streek. De bodem bestaat uit kalk, klei en soms rode stenen, omringd door geurige garrigue.
Over Chateau del Ranq
We leerden Château del Ranq kennen in de Cave du Forum in Reims. Eén slok van hun Poucet, Redares en frisse witte wijnen, en we waren verkocht. Dit jaar hebben we alleen een paar rode cuvées en de rosé weten te bemachtigen – maar geen zorgen: eind 2025 komen ook de witte toppers onze kant op.
Château del Ranq is al sinds de 13e eeuw in Sébastiens familie, steeds doorgegeven van moeder op dochter. Toch waren Laure en Sébastien in 2018 de eersten die zelf de wijngaarden gingen bewerken én hun eigen wijn maakten. Seb groeide op in de streek en zat als kind al op de tractor bij zijn vader, die een domein in Sommières beheerde. Zijn liefde voor wijn bracht hem naar Bourgogne, waar hij werkte bij onder meer Alice en Olivier De Moor en Xavier Bruguière. Laure, afkomstig uit Bourgogne, volgde dezelfde oenologie-opleiding als Seb , waar ze elkaar ontmoetten, ergens halverwege een vurige discussie over natuurwijn. Zij deed ervaring op bij François Carillon in Puligny en Jean-Marc Boillot in Pommard. Hun gedeelde passie voor gastronomie en wijn was vanaf het begin de basis van hun samenwerking én hun leven samen.
Het terroir hier is net wat koeler dan in de rest van de Languedoc, en dat, in combinatie met de kalkrijke bodem, helpt hen om lichte, verteerbare wijnen met veel fruit en frisheid te maken. Toch kan de hitte in de zomer stevig toeslaan. Om de druiven te beschermen, laten ze gras en groenbemesters groeien tussen de stokken, zodat de bodem beter vocht vasthoudt en de wijnstokken sterker worden. Het juiste oogstmoment kiezen is misschien wel hun belangrijkste beslissing: vaak maken ze die keuze pas de avond ervoor, na een ronde door de wijngaarden, proevend en proberend tot de balans tussen suiker, zuur en smaak perfect is.
In de kelder geldt: minimaal ingrijpen. De druiven worden met de hand geoogst, per perceel apart vergist met inheemse gisten en zacht geëxtraheerd. Sommige wijnen rijpen lang in grote oude foeders, andere korter in tanks. Alleen als het echt nodig is, voegen ze een minuscuul beetje sulfiet toe.
Qua druiven is het een feest: Syrah, Grenache, Mourvèdre, Cinsault en Sauvignon vormen de basis, maar er staan ook bijzondere rassen als Grenache Gris, Savagnin en Albarinho. Wat je in de fles krijgt? Wijnen die barsten van frisheid, finesse en een subtiele ziltige toets.