Wat is kurk in wijn? | Aardig Wijntje

Wat is kurk?

Wat is kurk en waarom wordt het gebruikt voor wijn?

Kurk is misschien wel het meest onderschatte natuurlijke product in de wijnwereld. Het lijkt zo simpel: een stukje boomschors dat een fles afsluit. Maar achter dat ogenschijnlijk eenvoudige dopje gaat een heel ecosysteem, een kwaliteitsstrijd én enorme kennis schuil.

Waar komt kurk eigenlijk vandaan?

Kurk komt van de kurkeik (Quercus suber), een boom die familie is van de eik en gezegend is met een uitzonderlijk dikke, elastische schors. Deze schors kun je bij volwassen bomen (pas na ongeveer 25 jaar) oogsten zonder dat de boom eronder lijdt. Sterker nog, de boom groeit vrolijk door en vormt een nieuwe laag schors die elke negen jaar opnieuw geoogst kan worden.

Een kurkeik kan tot zo’n 175 jaar mee, wat betekent dat één boom tientallen generaties flessen wijn kan afsluiten. Toch is slechts ongeveer 40% van de geoogste schors geschikt voor hoogwaardige wijnkurken, en zelfs binnen die selectie schommelt de kwaliteit sterk.

Goede kurk is dus schaars én kostbaar, vaak minstens 50 cent per stuk. Voor premiumwijnen is dat geen probleem, maar bij budgetflessen zie je sneller synthetische varianten of schroefdoppen opduiken.

Waarom gebruiken we kurk als flesafsluiter?

Omdat kurk iets kan wat weinig andere materialen kunnen: perfect afsluiten én toch minieme hoeveelheden zuurstof doorlaten. Dat kleine beetje zuurstof is essentieel voor wijnen die willen rijpen, het helpt ze zich harmonieus te ontwikkelen.

Daarnaast… ja, kurk heeft charme. Een fles openen met die herkenbare pop blijft gewoon een zintuiglijk ritueel dat moeilijk te vervangen is.

Wat betekent ‘kurk in wijn’?

Hier wordt het verwarrend, want “kurk” betekent twee totaal verschillende dingen:

1. Een uitdrogende kurk die lucht doorlaat (oxidatie)

Als een fles te lang rechtop staat, kan de kurk uitdrogen. Een droge kurk sluit minder goed af en laat zuurstof in de fles. Het resultaat:

  • minder frisheid;

  • aroma’s richting slechte sherry, viezer boter & uiteindelijk goedkope azijn.

Toch hoef je niet panisch élke fles direct plat te leggen; proeven heeft uitgewezen dat sommige wijnen zelfs na twee jaar rechtop geen merkbare schade hadden. But better safe than sorry.

2. Een wijn met kurksmaak (TCA-besmetting)

Dit is de beruchte vorm: TCA (voluit 2,4,6-trichlooranisole). Deze stof geeft wijn een muffe, schimmelachtige geur die doet denken aan nat karton, vochtige kelder of oude kranten.

  • al waarneembaar vanaf 2–4 nanogram per liter (!);

  • totaal onherstelbaar;

  • maakt wijn ondrinkbaar, van goedkoop tot exclusief.

Belangrijk: TCA komt niet alleen uit kurk. Het kan ook ontstaan in:

  • houten vaten;

  • besmette wijnkelders;

  • kartonnen verpakkingen;

  • zelfs de druiven zelf;

  • en alles waar schimmels + chloorverbindingen elkaar ontmoeten.

Hoe herken je kurksmaak in wijn?

Hieronder vind je een volledige checklist.

Hoe ruikt kurk in wijn?

  • muf;

  • schimmelig;

  • nat karton;

  • vochtige kelder;

  • chemisch, stoffig.

Hoe smaakt het?

  • bitter;

  • droogtrekkend op een verkeerde manier;

  • verdoofd fruit, alsof iemand de volumeknop heeft dichtgedraaid;

  • totale afwezigheid van frisheid.

Beluchten helpt trouwens níet tegen TCA. Sterker nog: hoe meer zuurstof, hoe duidelijker de muffigheid naar voren komt.

Kun je kurk verwarren met iets anders?

Zeker. Wijnen met veel tannine, reductie (zwavelige geuren bij gebrek aan zuurstof) of uitgesproken mineraliteit kunnen soms verdacht ruiken.

Twijfel?

  1. Schenk de wijn in een karaf.
  2. Laat ‘m een paar minuten ademen.
  3. Alles wat geen TCA is, verdwijnt of verandert.
  4. Kurk blijft óf wordt zelfs uitgesprokener.

Hoe voorkom je dat je zelf kurksmaak introduceert?

Ja, dat kan. Bijvoorbeeld: een aangebroken fles opnieuw afsluiten met de originele kurk… maar dan met de besmette bovenzijde naar binnen. Die bovenkant ziet er regelmatig bedekt uit met schimmels of kelderviezigheid.

Tip: gebruik de schone onderzijde of, nog beter, een herbruikbare wijnstopper.

Welke soorten kurken en alternatieven bestaan er?

Er zijn diverse afsluiters op de markt, elk met z’n eigen charme (of juist gebrek daaraan):

Natuurkurk (pure schors)

  • volledig natuurlijk;

  • mooiste uitstraling;

  • ideaal voor kwaliteitswijnen;

  • gevoelig voor TCA (maar steeds minder dankzij betere reinigingstechnieken).

Geperste kurk (agglomerate)

  • gemaakt van kurkdeeltjes;

  • soms met een laagje natuurkurk aan de uiteinden;

  • consistenter, maar minder elegant.

DIAM

  • gezuiverde, samengeperste kurk;

  • TCA-vrij dankzij specifieke behandeling;

  • technisch perfect, esthetisch minder romantisch.

Synthetische kurk (o.a. Nomacorc)

  • volledig kunststof;

  • geen TCA-risico;

  • nul charme, wel praktisch.

Schroefdop (Stelvin)

  • 100% TCA-vrij;

  • ideaal voor frisse wijnen;

  • nog steeds slachtoffer van onterechte vooroordelen.

Glazen stop (VinoLok)

  • luxe uitstraling;

  • fantastische sluiting;

  • duur en minder gebruikelijk.

Hoe bewaar je wijn zodat de kurk gezond blijft?

Voor kurk-afgesloten wijnen:

  • liggend bewaren;

  • koel (10–14°C);

  • donkere omgeving;

  • relatieve luchtvochtigheid rond 60–70%.

Voor mousserende wijnen geldt: rechtop bewaren kan prima, dankzij de strak geperste kurk binnenin.

Wat te doen als je een wijn met kurk hebt?

Heel simpel: retourneren.

  • Bij ons of in een wijnwinkel: kurk terug in de fles, melden en je krijgt een nieuwe fles.

  • In een restaurant: terugsturen is helemaal normaal.

  • En nee: niet gebruiken voor saus, kurksmaak kook je niet weg.